Foto van de Werkspoorkathedraal (Ruben van Gogh)

Wijzen in het Werkspoorkwartier

Tijdens de Culturele Zondag: Go West, op 14 april, gaf het team van Werkspoor de Opera een presentatie in het Hof van Cartesius over de komende opera en over Werkspoor zelf. Friso Wiersum schetste in een korte inleiding hoe de ontwikkelingen binnen Werkspoor in wisselwerking stonden met de veranderingen in de maatschappij, Utrecht en de wijk Zuilen zelf.

Ik mocht als librettist een twee nieuwe lyrische stukken voorlezen: een over beroepsziektes en een over de Argentijnse order.

Vervolgens was het woord aan twee oud-werknemers van Werkspoor. Eerst Henk Nieuwenhuis: hij werkte maar kort bij Werkspoor, voordat hij in militaire dienst moest. Hij raakte vervolgens geïnteresseerd in Prins Bernhard, waarover hij alles las, en kwam zo in aanraking met diens rondreis door Zuid Amerika, waarbij hij in Argentinië, en dankzij een koffer met juwelen, een ridderorde en luttele miljoenen smeergeld voor presidentsvrouw Evita Peron, via haar de Argentijnse order wist binnen te halen. Deze order van uiteindelijk tientallen locs en honderden wagonnen leidde tot een exponentiële groei van Werkspoor, van een kleine 2000 tot ruim 5000 werknemers – en door de noodzakelijke focus erop, tot het verwaarlozen van eventuele nieuwe opdrachtgevers, zodat er uiteindelijk een tekort aan opdrachten was toen de Argentijnse order eenmaal was voldaan en de neergang begon. Kortom, de ultieme samenvatting op bedrijfsniveau van onze opera in wording.

Daarna was het de beurt aan ‘gastarbeider’ Vincent Fernandez, die tijdens een rondwandeling van het Hof van Cartesius naar de onderdoorgang bij het Julianapark, vertelde over zijn eerste kennismaking met Werkspoor. Tijdens zijn verhaal bleek hoe waardevol en persoonlijk het wordt, als je met een voormalig Werkspoor-arbeider het terrein oploopt. Niet alleen leerden we meteen al dat op de plaats waar nu het Hof van Cartesius is gevestigd, destijds de fietsenstallingen waren, hij begon ook naar links en rechts te wijzen toen hij vertelde hoe hij als 17-jarige Spaanse schaapherder zich op een dag op goed geluk bij de poort meldde, op zoek naar werk, letterlijk.

“Nou, toen zei de portier: meld je daar maar,” en hij wees achteloos naar links, alsof het nog gisteren was. Met zijn 17 jaar was hij een jaartje te vroeg, wilde je in ploegendienst werken moest je minimaal 18 jaar oud zijn, dus na enkele maanden losse klusjes elders en precies op de dag voor hij 18 werd, meldde hij zich wederom aan de poort, mocht zich weer melden bij de administratie, ‘naar links’, en werd meteen doorgestuurd voor een keuring, ‘naar rechts’, en mocht de volgende dag aan de slag. Hierbij wees Vincent naar een plek heel ver naar rechts.

Al die tijd bleek ook André Beukers mee te lopen, die vanaf midden jaren ‘50 tot aan het einde van Werkspoor in de late jaren ‘70 bij de ingang bij het Julianapark op maandagochtenden sportkranten en rookgerei verkocht aan de binnenkomende arbeiders. Ook in de jaren van de afwikkeling richting sluiting van de fabriek, bleef hij zijns ondanks bij de poort zijn nering slijten, in hoop op betere tijden, want het gerucht ging dat er een doorstart zou komen, dus je wist maar nooit. Die doorstart is uitgebleven, waarmee een stukje Zuilens glorie ten einde kwam.

Ruben van Gogh